Interview

‘Pensioen verschuift van een losse arbeidsvoorwaarde naar een geïntegreerde invulling van goed werkgeverschap’

Hans Rutten (Aon) en Gerard van Rooijen (Nationale-Nederlanden) in gesprek over goed werkgeverschap en sociale impact.


Werkgevers zien meer dan ooit het belang van het welzijn van hun werknemers. Ze beseffen dat de zorg voor werknemers over veel meer gaat dan alleen een goede beloning of een goed pensioen. Dat merken Hans Rutten (Aon) en Gerard van Rooijen (Nationale-Nederlanden). Een gesprek over goed werkgeverschap, duurzame inzetbaarheid en sociale impact.

Hoe zorg je dat je als werkgever aantrekkelijk bent op de arbeidsmarkt? En hoe houd je je huidige werknemers energiek, gemotiveerd en bevlogen? Het zijn vragen die werkgevers dagelijks bezighouden. En die ook bij Hans en Gerard regelmatig op tafel komen. Want begrijpen wat er bij werkgevers speelt en ze daarin helpen: dat is voor zowel Aon als Nationale-Nederlanden core business.

Hans is als broking director bij Aon verantwoordelijk voor het onderbrengen van pensioenregelingen bij uitvoerders. Het valt hem op dat de vraag naar begeleiding vanuit werkgevers breder wordt. “Pensioen is belangrijk, maar staat niet meer op zichzelf. Werkgevers zien het pensioen steeds meer als onderdeel van een heel pakket aan diensten. Daar horen ook regelingen voor arbeidsongeschiktheid bij, en misschien zelfs budgetcoaching. Dat alles moet ervoor zorgen dat de werknemer vitaal en financieel fit met pensioen gaat.”

Hiervoor is inzicht nodig in de persoonlijke situatie van werknemers, stelt Hans. “Heeft een werknemer de financiën op dit moment op orde? Of spelen er problemen waar de werkgever ondersteuning kan bieden? Is de werknemer bijvoorbeeld gebaat bij financiële begeleiding? En hoe bied je dat dan toegankelijk en laagdrempelig aan? Dat zijn vragen die werkgevers steeds vaker stellen.”

“Dat is voor mij buitengewoon herkenbaar”, zegt Gerard van Rooijen. Als directeur Nationale-Nederlanden Pensioen voert hij regelmatig gesprekken met grote werkgevers. Ook tijdens rondetafelgesprekken met adviseurs merkt hij dat de vragen en behoeften van werkgevers veranderen. “We zien dat pensioen verschuift van een losse arbeidsvoorwaarde naar een geïntegreerde aanpak van ‘goed werkgeverschap’. Welke afwegingen maakt de werkgever bij de producten en diensten die hij afneemt? En hoe kunnen wij adviseurs faciliteren met inzichten zodat de werkgever de keuze maakt die het beste bij zijn bedrijf past en bijdraagt aan goed werkgeverschap?”


Actief inspelen op thema’s als duurzame inzetbaarheid

Goed werkgeverschap: het is een begrip dat tijdens het gesprek tussen Hans en Gerard veelvuldig langskomt. Maar wat is goed werkgeverschap eigenlijk? “Het komt erop neer dat de werkgever investeert in het financieel en mentaal welzijn en de vitaliteit van werknemers”, licht Gerard toe. “En daarin ook echt ambitie toont.”


In de huidige arbeidsmarkt is goed werkgeverschap geen luxe, maar gezond eigenbelang, benadrukt Gerard. “Actief inspelen op thema’s als ziekteverzuim, duurzame inzetbaarheid en levensfasebeleid werpt zijn vruchten af. Want goed werkgeverschap leidt aantoonbaar tot hogere productiviteit én een grotere klanttevredenheid.”

Voorkomen werkstress en meedenken mantelzorg

De suggestie van Hans – het gesprek met de werknemer breed insteken – sluit naadloos aan bij een trend die Gerard over de hele breedte in de markt ziet. En dat is die ontwikkeling naar meer geïntegreerde oplossingen. Daarom biedt Nationale-Nederlanden, naast pensioen, aanvullende diensten rond duurzame inzetbaarheid. “Uiteindelijk gaat het erom dat werkgevers goed voor hun werknemers willen zorgen”, stelt Gerard. “Dat is niet alleen een kwestie van financiële regelingen. Het kan ook gaan over het voorkomen van werkstress en verzuim, of meedenken bij mantelzorg. Daar heb je ook zelf belang bij: werknemers blijven gezonder en met meer plezier aan het werk.”


Voor de werkgever is het prettig als de adviseur die verschillende onderwerpen meeneemt, aldus Gerard. “Dat heeft voordelen qua gemak en ook qua kosten. Want je regelt het in één keer.”


“Je moet niet in hokjes denken in de begeleiding van de werknemer”, vervolgt Hans . “Neem zoiets als arbeidsongeschiktheid. Daarbij denk je al snel aan verzuim of re-integratie. Maar het kan ook gevolgen hebben voor het pensioen. Het heeft allemaal met elkaar te maken. Al die onderwerpen kun je in een-op-een gesprekken ter tafel brengen.”


Maatschappelijke betrokkenheid

De laatste jaren merkt zowel Gerard als Hans dat maatschappelijke betrokkenheid en sociale impact ook onderwerpen zijn die bij werknemers spelen. “Ze stellen hogere eisen aan hun werkgever en verwachten meer dan een goede beloning”, merkt Hans. “Ze kijken bijvoorbeeld ook of een bedrijf duurzaam en sociaal verantwoord onderneemt. Maatschappelijk betrokken is.”


Vooral voor jongere werknemers telt het mee. Hans: “Daar moet je als bedrijf een visie op hebben. Zodat werknemers trots zijn om voor jou te werken.”


Bij Nationale-Nederlanden en bij Aon zit maatschappelijke verantwoordelijkheid in de organisatie verankerd. Een mooi voorbeeld vindt Gerard Future Matters. Dat is het maatschappelijke programma van Nationale-Nederlanden om mensen te helpen met hun financiën of kansen op de arbeidsmarkt. “Met Future Matters moedigen we onze eigen mensen aan om vrijwilligerswerk te doen. Zo willen we iets teruggeven aan de samenleving.”


Ook Aon vindt maatschappelijke betrokkenheid belangrijk. Hans noemt als voorbeeld de eigen Talent Foundation. “Daarmee helpen we talentvolle jongeren met een minder gunstige uitgangspositie, bijvoorbeeld op het gebied van werk, financiën en sport.”


Wees duidelijk bij een onzekere toekomst

Vanuit de maatschappelijke betrokkenheid komt het gesprek vanzelf op de tijd waarin we nu leven. En die is hectisch. Wie dagelijks het nieuws volgt, krijgt het idee dat de toekomst onzekerder is dan ooit. Ook als het gaat om thema’s als arbeidsmarkt en pensioen.


Maar onzekerheid is geen goede leidraad, stelt Gerard. “Daar help je de werkgever niet verder mee. Een werkgever zit niet te wachten op honderd varianten van regelingen en diensten die hij kan aanbieden. Die wil van de adviseur weten: wat zou jij doen als je op mijn stoel zit? De adviseur hoeft niet de absolute waarheid in pacht te hebben, maar moet wel duidelijk zijn.”


Daar is Hans het van harte mee eens. “Duidelijkheid schept vertrouwen. En vertrouwen is het fundament van onze branche.”